zaterdag 17 november 2012

De Siciliaanse expeditie (416-413 v. Chr.)

De Siciliaanse Expeditie (416-413 v. Chr.) was een Atheense veldtocht op Sicilië tijdens de Peloponnesische Oorlog en had als doel het opgebouwde Atheense Rijk uit te breiden. Na een succesvol begin liep de expeditie voor Athene uit op een enorm fiasco.


De Siciliaanse expeditie (416-413 v. Chr.)
Aan de eerste fase van de Peloponnesische Oorlog (431-404 v. Chr.) tussen Athene en Sparta was met de Vrede van Nicias in 421 v.Chr. een einde gekomen. Het conflict tussen beide grootmachten was echter nog lang niet ten einde. De Korinthiërs en andere leden van de Peloponnesische Bond begonnen al snel de bepalingen van het vredesverdrag te ondermijnen, waardoor de relatie tussen Sparta en haar bondgenoten verslechterde.  Ondertussen besteeg in Athene de aristocraat Alcibiades de politieke ladder. Om naam voor zichzelf te maken probeerde Alcibiades het Atheense Rijk uit te breiden.


Egesta vraagt Athene om hulp
In de winter van 417-416 v.Chr. stuurde de Siciliaanse stad Egesta een gezantschap naar Athene om hulp te vragen in het conflict met buurstad Selinus. Alcibiades zag in de roep om hulp van Egesta een kans om het  Atheense Rijk uit te breiden richting het Westen. Sicilië was een welvarend land dat bekend stond om zijn productie van hoge kwaliteit graan, daarnaast diende het als een doorvoerhaven voor zilver, koper en ijzer. Daarbij zou Sicilië een ideale springplank zijn voor een grote veroveringstocht in het Westen, dat uiteindelijk zou eindigen met het verslaan van [B]Sparta[/B] en verovering van de Peloponnesos.

Niet iedereen was het eens met het plan van Alcibiades, vooral zijn politieke tegenstander Nicias was fel tegen bemoeienis in Sicilië. Nicias was een autoriteit op het gebied van Sicilië, omdat hij de proxenus (ambassadeur) van Syracuse in Athene was. Syracuse was de machtigste stad van Sicilië en gaf steun aan Selinus. Bovendien was Syracuse een kolonie van Korinthe. In twee redevoeringen probeerde Nicias de volksvergadering ervan te overtuigen dat de steden op Sicilië enorme kracht bezaten en dat zij nooit hun vrijheid op zouden geven om bestuurd te worden door Athene.  Dit leidde uiteindelijk tot een merkwaardig compromis uitgevaardigd door de Atheense volksvergadering. Alcibiades kreeg zijn zin en werd met een grote troepenmacht naar Sicilië gestuurd. Hij werd echter wel vergezeld door de twee ervaren bevelhebbers Lamachus en groot tegenstander van de expeditie, Nicias. De twee bevelhebbers kregen de opdracht mee als rem te fungeren op de impulsieve aard van Alcibiades.

Aan de vooravond van de tocht richting Sicilië  gebeurde er echter iets vreemds. In Athene werden bijna alle Hermes-beelden vernield. De grootste verdachte van deze daad was Alcibiades, maar hij beweerde onschuldig te zijn. Zijn tegenstanders zagen dit anders en wilden een grote zaak tegen hem beginnen om hem uit de Atheense politiek te krijgen. Toch lieten zij  Alcibiades eerst naar Sicilië trekken alvorens hem te berechten. Hierdoor kon er in zijn afwezigheid genoeg bewijs verzameld worden om hem te veroordelen.


De eerste maanden op Sicilië: het vertrek van Alcibiades en de dood van Lamachus

In juni 415 v.Chr. vertrok de Atheense vloot richting Sicilië, met aan het roer Alcibiades, Lamachus en Nicias. Al na twee maanden werd Alcibiades teruggeroepen door het Atheense Hof dat hem in absentia ter dood veroordeeld had.  Op de terugreis naar Athene lukte het hem te ontsnappen en richting Sparta te vluchten. Eenmaal aangekomen aan het Spartaanse Hof vertelde Alcibiades alle details van het door hem bedachte ‘Grote Ontwerp’ voor de uiteindelijke verovering van de Peloponnesos.

Ondanks het vertrek van Alcibiades ging de veroveringstocht van Sicilië gewoon door onder leiding van Lamachus en Nicias. De twee troepenmachten van beide bevelhebbers bezetten een vlakte genaamd Epipolae die ten westen van Syracuse lag. Onmiddellijk na aankomst begonnen de Atheense soldaten met het ommuren van Syracuse om de stad van de buitenwereld te isoleren. Nog voor de muur af was plaatsten de Atheense hoplieten een aanval. De aanval was een succes en het leger van Syracuse vluchtte alle kanten uit. Lamachus, waarschijnlijk in extase door de overwinning, zette met een kleine groep hoplieten de achtervolging in, maar werd door de cavalerievan de tegenstander ingesloten. Deze herkenden de Atheense bevelhebber, omdat hij een helm droeg getooid met grote pluimen. De Siciliaan Callicrates daagde Lamachus uit voor een individueel gevecht. De oude Lamachus accepteerde de uitdaging, maar was niet opgewassen tegen Callicrates en vond in het gevecht de dood. 


Sparta komt ten tonele en Nicias vraagt om versterking

Na de dood van Lamachus voerde alleen Nicias, de grootste tegenstander van de expeditie, nog het bevel over de Atheense strijdkrachten. Het lukte hem om zijn troepen veilig naar de haven van Syracuse te loodsen, zodat het mogelijk werd een blokkade te vormen rond de stad. Ondertussen zag Sparta dat het ‘Grote Ontwerp’ van Alcibiades langzaam maar zeker uit begon te komen. Sparta stuurde daarom de getalenteerde bevelhebber Gylippus naar Sicilië. Gylippus wist dat als hij Syracuse nog wilde bereiken hij op moest schieten, want als Nicias klaar zou zijn met de ommuring dan zouden de Spartaanse troepen Syracuse nooit meer kunnen bereiken.

Terwijl veel Atheense soldaten hard aan het werk waren met de bouw van de ommuring van Syracuse, viel Gylippus met zijn soldaten de Atheners aan. Nicias was verrast door de aanval en gaf zijn soldaten het bevel te vluchten uit Epipolae.  De zomer was ten einde en daarmee ook de Atheense hoop op een overwinning op Syracuse. Nicias schreef een brief aan de Atheense volksvergadering waarin hij vroeg om verse strijdkrachten onder een nieuwe bevelhebber.  Nicias had al vanaf het begin van de campagne te kampen met een slopende nierziekte. Hij vond zichzelf niet meer capabel om leiding te geven aan de troepen. De roep om vervanging was echter aan dovemansoren gericht. Nicias kreeg opdracht te blijven waar hij zat. In de lente zou hij versterking krijgen van verse manschappen onder leiding van Demosthenes.


Nicias en Demostenes proberen tevergeefs het tij te keren

Toen Demosthenes in het voorjaar aankwam in Sicilië, probeerde hij de vlakte bij Epipolae opnieuw in te nemen. Dit werd een compleet fiasco. Meer dan tweeduizend Atheense soldaten vonden de dood en een groot aantal raakte gewond. Demosthenes zag ook geen heil meer in het voortzetten van de campagne, maar gek genoeg was het nu Nicias die de strijd niet wilde opgeven, omdat hij bang was dat Syracuse een groot offensief zou beginnen tegen de terugtrekkende Atheense soldaten. Toen het Atheense kamp ook nog eens te maken kreeg met een ziektgolf werd de roep om terugtrekking bij de soldaten steeds luider. Uiteindelijk moest ook Nicias hier gehoor aangeven. Nicias riep zijn bevelhebbers bij elkaar en er werd besloten op 27 augustus 413 v.Chr. terug te keren naar Athene. De avond voor de terugtrekking was er echter een maansverduistering wat door de soldaten en belangrijker door Nicias gezien werd als een teken dat de terugtrekking enkele dagen uitgesteld moest worden.

Ondertussen was Syracuse achter de Atheense plannen gekomen en plaatsten een offensief op de Atheense vloot. Hierdoor werden de Atheense soldaten gedwongen om over land terug te keren naar Athene. Alle gewonden die niet in staat waren om de reis te ondernemen werden achtergelaten. Er ontspon zich een kat-en-muisspel, waardoor Nicias en Demosthenes van elkaar gescheiden raakten. Demosthenes en zijn troepen werden als eerste achterhaald door het leger van Syracuse. Demosthenes gaf zich over in de hoop het leven van zijn soldaten te redden. Zelf wilde hij niet gevangen genomen worden, daarom probeerde hij zelfmoord te plegen door zich op zijn zwaard te storten, maar dit mislukte. De volgende dag werden de troepen van Nicias bereikt, maar zij gaven zich niet over zonder slag of stoot. Toen de Atheense soldaten ingesloten raakten in een rivierbedding en afgeslacht dreigden te worden, zat er voor Nicias niets anders op dan zich over te geven.


De Atheense nederlaag op Sicilië
De gevolgen van de nederlaag waren niet gering. Zowel Demosthenes als Nicias werden geëxecuteerd en de nog overgebleven soldaten werden verkocht als slaaf.  Meer dan tweehonderd oorlogsschepen werden vernietigd en zo’n veertigduizend man vonden in de  campagne op Sicilië de dood. In Athene werd de nederlaag met ongeloof aanvaard. De bevolking treurde om de vele doden, maar stond ook doodsangsten over de onzekere toekomst van de stad. Door het gebrek aan soldaten zouden opstanden in het Rijk en een Peloponnesische aanval nooit afgeweerd kunnen worden. Het was alleen nog de vraag wanneer dit zou gebeuren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten