zaterdag 17 november 2012

Het schrijven van een wetenschappelijke betoog

Soms wil je als schrijver meer dan alleen informeren, maar juist overtuigen om jouw kant te kiezen. Het betoog is hier bij uitstek geschikt voor. Er zijn echter strikte regels waar een goed betoog aan moet voldoen. Zeker in de wetenschappelijke wereld is het belangrijk dat de eigen geformuleerde standpunten en argumenten goed onderbouwd naar voren komen, want zonder een goede onderbouwing overtuig je mensen allerminst.


Het schrijven van een wetenschappelijke betoog
Soms wil je als schrijver meer dan alleen informeren, maar juist overtuigen om jouw kant te kiezen. Het betoog is hier bij uitstek geschikt voor. Er zijn echter strikte regels waar een goed betoog aan moet voldoen. Zeker in de wetenschappelijke wereld is het belangrijk dat de eigen geformuleerde standpunten en argumenten goed onderbouwd naar voren komen, want zonder een goede onderbouwing overtuig je mensen allerminst. Om de eigen standpunten zo goed mogelijk naar voren te laten komen is het belangrijk dat niet alleen de regels met betrekking tot de inleiding, de inhoud en de conclusie in acht worden genomen, maar ook wat betreft de taal en de stijl, de opmaak en vormgeving, de annotatie van de voetnoten, en de literatuurlijst.
Opbouw en onderdelen betoog
 
Inleiding
  • Is kort en bondig.
  • Heldere introductie van het onderwerp en/of probleemstelling (hoofdvraag en deelvragen).
  • Waarom is het onderwerp/de probleemstelling interessant voor de lezer?
  • (Eventueel) overzicht van de geschiedenis van het onderzoek.
  • (Eventueel) welke bronnen staan voor het onderzoek ter beschikking?
  • Beschrijving van aanpak en methode zoals die in het betoog worden uitgewerkt.

Betoog/de inhoud 
  • Behandelt niet meer en niet minder dan in de inleiding wordt aangekondigd.
  • Helderheid van structuur, gerelateerd aan probleemstelling en deelvragen (hoofdstukken, paragrafen).
  • Duidelijkheid van de argumentatie (opbouw van de alinea's).
  • Wetenschappelijke onderbouwing van de argumentatie.
 
Conclusie 
  • Is kort en bondig.
  • Geeft antwoordt op de probleemstelling en de deelvragen.
  • Bevat geen overbodige herhaling van informatie.
  • Introduceert geen nieuwe informatie.
Taal en stijl
 
  • Zo neutraal mogelijke stijl (geen spreektaal '' ik').
  • Verhaalstandpunt past bij het onderwerp (geschiedenis is verleden tijd), de lezer en is consequent.
  • Zinnen van afwisselende lengtes.
  • Beknopte formulering: geen ingewikkelde constructies.
  • Geen taalfouten.
Opmaak en vormgeving
 
  • Inhoudsopgave met paragraafindeling en paginanummers.
  • Kopjes en subkopjes volgens eenduidig systeem.
  • (Eventueel) afbeeldingen: correcte titel/omschrijving en bronnenverwijzing.
Annotatie voetnoten
  • Maximaal 5 voetnoten per a4.
  • Alle citaten moeten voorzien zijn van een voetnoot.
  • Volgens de geldende conventie van bronverwijzing, eenduidig geschreven.
Literatuurlijst
  • In alfabetische volgorde.
  • Volgens de geldende conventie van literatuurverwijzing, eenduidig geschreven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten